ⓒ VRT NWS
Duizenden Syrische rebellen, onder leiding van de militante groep Hayat Tahrir al-Sham, hebben een grootschalig offensief gelanceerd in het noordwesten van Syrië. De aanvallen, de grootste sinds maart 2020, hebben geleid tot hevige gevechten in de buitenwijken van Aleppo en het westen van de stad. De rebellen hebben volgens berichten tientallen dorpen ingenomen en zijn opgerukt tot aan de rand van Aleppo, de tweede grootste stad van Syrië.
Het Syrische leger, onder leiding van president Bashar al-Assad, probeert de opmars te stuiten. De afgelopen dagen zijn er hevige botsingen geweest, waarbij al zeker 255 mensen zijn omgekomen, waaronder 27 burgers, onder wie acht kinderen. Beide partijen gebruiken zwaar geschut, waaronder raketten en drones. Het is onduidelijk hoeveel grondgebied de rebellen precies in handen hebben gekregen, aangezien zowel de rebellen als het Syrische leger tegenstrijdige informatie verspreiden.
De aanvallen hebben internationale bezorgdheid gewekt. Rusland, een belangrijke bondgenoot van Assad, dringt aan op snel ingrijpen van het Syrische leger. Russische en Syrische gevechtsvliegtuigen hebben de afgelopen dagen bombardementen uitgevoerd op doelwitten nabij de grens met Turkije, met name in de stad Idlib, het laatste bolwerk van de rebellen. Tienduizenden burgers zouden Idlib ontvlucht zijn.
Ook Turkije heeft zijn bezorgdheid geuit over de escalatie van de spanningen in de grensregio. De situatie is uiterst instabiel en de vrees voor een verdere escalatie is groot. De aanhoudende gevechten werpen opnieuw een schaduw over de vredesonderhandelingen en de fragiele wapenstilstand die in 2020 werd bereikt tussen Rusland en Turkije. De Syrische burgeroorlog, die in 2011 begon, lijkt opnieuw op te laaien, met verwoestende gevolgen voor de burgerbevolking.